Ik zet bij het werken rondom de thema’s de Fiets van Jansen rondom stamgroepwerk en spel in. Dat geeft je een prima kapstok en zorgt voor overzicht.
Waarom ‘De fiets van Jansen’?
Tijdens een thema begin je in de kring om te zien hoeveel de kinderen al over het onderwerp weten, of om de kinderen te prikkelen. Dit is het voorwiel. Tijdens het thema worden de kinderen gecoacht door de groepsleider (ketting), zodat de kinderen stevig in het zadel zitten. De kinderen eindigen het thema met een presentatie (achterwiel), waarbij de kinderen de gevonden resultaten presenteren, ervaringen kunnen vertellen en eventueel het proces bespreken. Aan het eind van het thema hebben de kinderen (als alles goed is gegaan) hun bagagedrager goed volgepakt en weten veel over het thema.
Fasen van ‘de fiets van Jansen’ voor de onderbouw ( zelf aangepast )
Trap 1
Prikkelen- via een spelimpuls met uitdagend materiaal, een voorwerpkring, een toneelstuk, een lied of een dans, prentenboek of een brief, dat vaak het begin is van een verhalend ontwerp.
Trap 2
Leervragen- na trap 1, inventariseer je in de kring wat de kinderen zelf al weten en wat nog niet , en zo stel je met elkaar een vragenmuur op. Je kunt ook een mindmap of woordspin maken.
Trap 3
Wie gaat wat doen?
Hoe-binnen en buiten
-
- in de hoeken
- aan de tafels
- in een atelier
- in de natuurspeelplaats
Wie-
-
- Alleen, als je bijv. iets wilt opzoeken op de computer, een filmpje wilt kijken over het thema, of je wilt werken aan je lapbook over een deelonderwerp.Of je wilt iets gaan creëren met papier, klei, wol of ander materiaal.
- In een groepje , als je aan een tafel met elkaar ‘n spel wilt spelen ,dat past bij het thema of in de huishoek het rollenspel wilt oppakken.
- Met de stamgroep in de kring voor verdieping in de vorm van een begeleide activiteit rondom muziek, dans, taal, rekenen, filosofie e.d.
Trap 4
Verslagrijpheid- De kinderen werken in de onderbouw bij ons in het ik boek. Dit is een simpele vorm van ‘n portfolio waar bij elk thema werk in komt, waar ze trots op zijn .In de vorm van een tekening, een foto, een gedicht of een tekst over de eigen ervaring .
(zie taalvorming)
Trap 5
Presentatie- Een presentatie kan bijvoorbeeld door middel “een weeksluiting alleen voor de onderbouw” of voor de hele school. Ook werken wij in ons geval , vaak toe naar een tentoonstelling. Hoe trots kunnen de kinderen niet zijn als ze rondlopen en bij elk ding dat ze zelf ,of met elkaar gemaakt hebben , verhalen gaan vertellen over wie, wat , waar en hoe!
De 2e jaars werken vanaf januari toe naar een ik presentatie. Zij werken in een tweetal een onderwerp uit en presenteren dat aan de ouders.
Trap 6
Vastleggen –We leggen het vast in het ik boek. in de digitale fotomap en in de groeimap van elk kind.
Bron Fiets van Jansen:
STAMGROEPWERK
wereldoriëntatie met de Fiets van Jansen
Jas ,jenaplan advies &scholing
info@ jenaplan.nu
www.jenaplan.nu